|
Inleiding
Verwantschap
Voorbeelden
Inleiding
De
Luxemburger kent en spreekt vele talen: zijn moedertaal Luxemburgs,
Duits, Frans, Engels en soms ook Spaans, Italiaans of Portugees naargelang
de afkomst van zijn voorouders. Vlamingen die prat gaan op hun
talenkennis worden hier bescheiden bij.
Nederlands
|
De
taal van Vondel
|
English
|
Shakespeare's
language
|
Français
|
La
langue de Molière
|
Deutsch
|
Goethe's
Sprache
|
Lëtzebuergesch
|
Dem
Dicks seng Sprooch
|
Het
Luxemburgs (Lëtzebuergesch- "dem Dicks seng Sprooch")
is geen dialekt maar een taal die echter als zodanig weinig erkend wordt
door hen die de taal niet kennen. De taal zou afkomstig zijn van
het "Moezelfrankisch", ze is sterk verwant met het Duits,
iets minder sterk met Nederlands en tegelijk gebruikt ze veel leenwoorden
uit het Frans. Vandaar dat de taal redelijk toegankelijk is voor
Vlamingen die de tijd nemen er zich op toe te leggen.
Hierbij
willen we even ingaan op enkele grappige verwantschappen tussen Nederlands
en Luxemburgs: (eerst enkele basis-begroetingen)
Äddi!
Bis muer!
Dat ass gäre geschidd!
Gudden owend!
Merci!
Merci, gleichfalls!
Moien!
|
Tot
ziens! Vergelijk met het Frans:
"Adieu"
Tot morgen!
Graag gedaan!
Goede avond!
Dank u!
Dank u, insgelijks!
Goeiedag! Ook 's avonds kan
men dus "Moien" zeggen. |
Affekot |
Advokaat
het Luxemburgs ligt hier dus dichter bij het Franse "avocat"
en het Nederlandse "advokaat" dan bij het Duitse "Anwalt" |
d'Bir |
peer
niet alleen als fruitsoort maar ook als lampsoort. Dit is
een typisch voorbeeld van een woord waar het Luxemburgs zo'n beetje
een overgang maakt tussen het Engels (pear) - Nederlands (peer)
en het Duitse (Birne). Zo zijn er tal van woorden. |
de
Bréifdréier |
de
postbode, letterlijk "de briefdrager" |
Ech
sinn de Wim Lahaye |
Ik
ben WL. In het Luxemburgs gebruikt
men het lidwoord "de" voor eigennamen. Men kan dus
aan de eerste minister vragen "Sidd Dir de Jean-Claude
Juncker?" Dat is niet oneerbiedig, het lidwoord "de"
verbergt gewoon "den Herr". In het Antwerps klinkt
dat natuurlijk totaal anders. |
décidéieren
-
entscheeden |
beslissen
heeft dus zowel een Franse (décider) als een Duitse (entscheiden)
versie in het Luxemburgs. Het zijn dus synoniemen en zo zijn er
nog tal van voorbeelden. Het voordeel is natuurlijk dat wanneer
u een Luxemburgs woord zoekt via de Duitse weg en u kent het Duits
equivalent niet, dan kan u het altijd eens via de Franse weg proberen
en vice-versa. |
meng
Fra |
mijn
vrouw, vergelijk met Duits "meine Frau"
maar ook met het Antwerps "meng vraa". |
halen |
houden
ook in samengestelde werkwoorden zoals ënnerhalen,
ofhalen, ophalen resp. onderhouden,
afhouden, ophouden |
huelen |
nemen
en dus niet halen:
halen wel in sommige samengestelde werkwoorden: ënnerhuelen,
iwwerhuelen, mathuelen, ofhuelen, ophuelen is
respectievelijk ondernemen, inhalen
of overnemen, meenemen, vermageren, inhalen of opnemen. |
en
humpen
eng flûte |
en
humpen: een pint van 33cl in
een cilindrisch glas
eng flûte: een
pint van 25cl in een fluitvormig glas
omwille van een grote armoede
op het gebied van biervariëteiten moet men zijn toevlucht zoeken
in het differentiëren op basis van soorten bierglazen. Béier
is bier.
De Bier is de
beer. |
joer |
jaar.
Probleem met dergelijke woorden is dat men ook in Brussels
en Leuvens dialekt "joer" zegt en dat we daarom in onze
opvoeding precies geconditioneerd werden om "joer" te
vermijden. Het gevolg is dat je het moeilijk hebt om dat woord
ook in het Luxemburgs te gebruiken; je krijgt namelijk het gevoel
dat je een platte taal aan het hanteren bent. |
d'Kannerkutsch |
de
kinderwagen "kinderkoets" |
de
Kleeschen an den Housecker |
Sinterklaas
en Zwarte Piet. Merkwaardig
is dat de "housecker" alleen zijn huidskleur met onze
Zwarte Piet gemeen heeft. Voor het overige ziet hij totaal
verschillend uit: helemaal geen vrolijke springer in een Spaans
kleurrijk kostuum, maar wel een sinistere baardige figuur in een
monnikspij, bewapend met een bundel fijne takjes om eventueel stoute
kindjes te straffen. |
lassloossen |
loslaten.
Men zou zich verwachten aan loslassen of zoiets maar dat zou
te eenvoudig zijn, de klinkers zijn omgekeerd. |
méi
kal, méi waarm,
méi héich, méi déif, méi nei,
méi al |
kouder,
warmer, hoger, dieper, nieuwer, ouder,...merkwaardig
is dat het Luxemburgs geen comparatief kent zoals het Nederlands
en het Duits. Men zegt gewoon "meer koud, meer warm,"
enz... |
de
Prabbeli |
de
paraplu |
de
Presslofthummer |
de
pneumatische hamer "persluchthamer",
ik vermeld het gewoon omdat het zo geweldig klinkt in het Luxemburgs,
je voelt het als het ware dreunen. |
schwätzen |
praten,
spreken en dus helemaal niet het pejoratieve
"zwetsen". |
d'Spidol |
het
ziekenhuis meer verwant met
"hôpital" dan met "Krankenhaus" |
séier
|
snel,
vlug, rap. Vergelijk met het Westvlaams
waar men soms het woord "zeer" in de betekenis van "snel"
gebruikt. "Ze ridden veel te zere" betekent in de
Westhoek "Ze rijden veel te snel". Zeg dus ook niet
"séier grouss" maar wel "ganz grouss"
(zeer groot). |
d'Suën |
geld,
letterlijk centen
vergelijk met het Frans: "des sous" |
ufueren |
starten,
vertrekken. In Klein-Brabant gebruikt men soms het woord "aanrijden"
in de betekenis van "vertrekken". U-fueren is ook
letterlijk vertaald aan-rijden. |
de
Velo |
uiteraard
de fiets:
opnieuw is de gelijkenis met nonchalant Vlaams frappant. |
Versichskaninchen |
een
proefkonijn, opnieuw
een prachtig woord. |
weisen |
tonen,
wijzen. In het Duits "zeigen".
Hier staat het Luxemburgs woord dus dichter bij het Nederlands,
al klinkt weisen natuurlijk Duits. |
d'
Wollecken |
wolken,
wat ook bij ons vaak "wolleken" uitgesproken wordt. Zo
zijn er nog veel woorden: Mëllech
(melk),
Hëllefen
(helpen)
enzoverder |
ginn
Ech ginn aal
Ech ginn dir e Buch
Ech ginn heem |
worden,
geven, gaan, een zeer vaak voorkomend werkwoord
Ik word oud
Ik geef je een boek
Ik ga naar huis |
Ech hunn 45 Joer
Ech kréien 45 Joer
|
Ik ben 45 jaar oud - Ich bin 45 Jahre
alt - Merk de invloed van het Frans: j'ai
45 ans
Ik word 45 jaar - Ich werde 45 Jahre alt
|

Verwantschap
De
verwantschap tussen het Luxemburgs, het Duits en het Nederlands is ongeveer
zoals de geografie het aangeeft. Net zoals Luxemburg tussen Duitsland
en de Nederlanden ligt, maar dichter bij Duitsland, zo is ook het Luxemburgs
een taal die tussen het Duits en het Nederlands ligt, maar dichter bij
het Duits dan bij het Nederlands.
Tevens
gebruikt de Luxemburger veel leenwoorden uit het Frans. Merkwaardig
daarbij is, dat hij dat kan doen zonder enige "gène",
naargelang hij er zin in heeft om een woord in zijn Franse of zijn Duitse
versie te gebruiken. In het hierboven gegeven voorbeeld "Decisioun
<-> Entscheedung", kan dat ook, want beide zijn correct Luxemburgs.
Soms wordt er wel eens een loopje genomen met de taal, zowel in
de ene als in de andere richting. (Zo las ik eens een commentaar
waarbij een politieker op de vingers getikt werd omdat hij "alueden"
(einladen) in plaats van het echt Luxemburgse invitéieren gebruikte.
Een andere kreeg ervan langs omdat hij sprak in de stijl van:
"Ech kann net supportéieren dat de Franséisch a Lëtzebuergesch
mélangéiers!".
Voor
een Duitser en een Luxemburger lijkt het Nederlands dan weer een taal
die soms verwantschap met het Engels vertoont.
Grammaticaal
is het Luxemburgs oersimpel: in plaats van de Onvoltooid Verleden Tijd
("imparfait") gebruik je gewoon de Voltooid Tegenwoordige
Tijd (passé composé). Van de werkwoorden moet je
op een paar uitzonderingen na ("hunn" (hebben), "sinn"
(zijn), etc....) alleen de passé composé leren. Ook
de toekomstige tijd (futur simple) moet je niet leren: je gebruikt gewoon
de tegenwoordige tijd en zegt: "Ech maachen dat muer" (Ik
doe dat morgen).
Merkwaardig
is dan weer een grammaticaal verband met het Frans:
Net
zoals in het Frans komt de beleefdheidsvorm overeen met de tweede persoon
meervoud:
Wësst Dir, dat ären Zug Verspéidung huet? (Savez-Vous,
weet u dat...?)
Wësst dir, dat ären Zug Verspéidung huet? (Savez-vous,
weten jullie dat ...?)
In het Duits komt de beleefdheidsvorm nochtans overeen met de derde
persoon meervoud:
Wissen Sie daß Ihrer Zug Verspätung hat?
Voorbeelden
Hieronder
een tabel die kan helpen een Luxemburgs equivalent te vinden voor een
Duits woord.
Duits
|
Luxemburgs
|
Nederlands
|
Opmerking
|
Er
ist Winter binnen verbinden
|
Hien
ass Wanter bannen verbannen
|
Hij
is winter binnen verbinden
|
Merkwaardig
dat het Luxemburgs de 'i' vaak door 'a' vervangt. Ik
interpreteer dit als een soort "distantiërend"
effect tegenover de taal van de buurlanden. Het
lijkt wel alsof de Moezelfranken zich met deze 'a' onbewust
hebben willen distanti- eren van hun buurvolkeren.
|
erwarten acht schwarz schwach Karte Bach Dach
|
erwaarden aacht schwaarz schwaach Kaard Baach Daach
|
verwachten acht zwart zwak kaart beek dak
|
De
korte 'a' wordt vaak lange 'aa'. Merk op dat zeer
vaak ook het genus van de woorden behouden blijft (eng
Kaard vrouwelijk net zoals die Karte of la carte)
|
achtzehn gebracht gedacht Schlachthaus
|
uechtzéng gebruecht geduecht Schluechthaus
|
achttien gebracht gedacht slachthuis
|
'-acht'
wordt vaak '-uecht'.
|
entscheiden vermeiden
|
entscheeden vermeiden
|
beslissen vermijden
|
De
Duitse 'ei' wordt soms 'ee', maar blijft meestal 'ei'.
|
essen Messung Wetter Meer Beer
|
iessen Miessung Wieder Mier Bier
|
eten meting weer zee beer
|
De
Duitse 'e'of 'ee' wordt vaak 'ie'.
|
Bier Tier Stier Brief
|
Béier Déier Stéier Bréif
|
bier dier stier brief
|
De
Duitse 'ie' wordt vaak 'éie'. Merk ook
op dat het Nederlands hier meer gelijkenis met het Duits
vertoont wat betreft de klinkers, maar dat er meer gelijkenis
is met het Luxemburgs wat betreft de mede- klinkers
(eerder de diepe 'd' dan de harde 't')
|
Steuer Teuer beschleunigen
|
Steier deier beschleinigen
|
stuur
(belasting) duur versnellen
|
De
Duitse 'eu' wordt vaak 'ei', spreek uit als "Staajer",
etc..
|
laufen kaufen lauschteren
|
lafen kafen lauschteren
|
lopen kopen luisteren
|
'au'
in een werkwoord wordt vaak 'a', maar blijft soms ook
'au'
|
sagen schlagen wagen tragen
|
soen schloen woen droen
|
zeggen slaan durven dragen
|
|
Tier erwarten der
Vorteil der Nachteil
|
Déier erwaarden de
Firdeel de Nodeel
|
dier verwachten het
voordeel het nadeel
|
Zoals
gezegd, de Duitse 't' wordt vaak 'd'. Mer op dat
alle woorden op '-deel' onzijdig zijn in het Nederlands,
maar mannelijk in Duits én Luxemburgs..
|
Wunder verbinden Jan
der Blinde
|
Wonner verbannen Jang
de Blannen
|
wonder verbinden Jan
de Blinde
|
Wat
in Duits en Nederlands met -nde wordt vaak -nne of -nge
in het Luxemburgs.
|
ein-
of in- an- ab- mit auf- aus- über- nach- bei- vor- hinter- unter-
|
an- un- of- mat op- aus- iwwer- no- bei- fir- hannen- ënner-
|
in- aan- weg- mee-
of met op- of open- uit- over- na- of achter- bij- voor- achter- onder-
|
Voor
ons zeer verwarrend is het verschil tussen an-
en un-
(in-
resp.
aan-) einkaufen
=
akafen
=
inkopen anziehen
=
unzéien
=
aantrekken aufmachen
=
opmaachen
=
open
maken Met
deze regeltjes kan u al een heel eind op weg in het
Luxemburgs vocabularium.
|

Copyright (c) 2001- Wim Lahaye.
All rights reserved. wim.lahaye@internet.lu
|