Luxemburgs

 

Politiek Literatuur Luxemburgs
Home
Interesses
Curriculum Vitae
Links

    plane03d.gifInleiding      plane03a.gifVerwantschap     plane03b.gifVoorbeelden

    plane03d.gifInleiding

    De Luxemburger kent en spreekt vele talen: zijn moedertaal Luxemburgs, Duits, Frans, Engels en soms ook Spaans, Italiaans of Portugees naargelang de afkomst van zijn voorouders.  Vlamingen die prat gaan op hun talenkennis worden hier bescheiden bij.

Nederlands

De taal van Vondel

English

Shakespeare's language

Français

La langue de Molière

Deutsch

Goethe's Sprache

Lëtzebuergesch

Dem Dicks seng Sprooch

    Het Luxemburgs (Lëtzebuergesch- "dem Dicks seng Sprooch") is geen dialekt maar een taal die echter als zodanig weinig erkend wordt door hen die de taal niet kennen.  De taal zou afkomstig zijn van het "Moezelfrankisch", ze is sterk verwant met het Duits, iets minder sterk met Nederlands en tegelijk gebruikt ze veel leenwoorden uit het Frans.  Vandaar dat de taal redelijk toegankelijk is voor Vlamingen die de tijd nemen er zich op toe te leggen.

    Hierbij willen we even ingaan op enkele grappige verwantschappen tussen Nederlands en Luxemburgs: (eerst enkele basis-begroetingen)

Äddi!
Bis muer!
Dat ass gäre geschidd!
Gudden owend!
Merci!
Merci, gleichfalls!
Moien!

Tot ziens! Vergelijk met het Frans: "Adieu"
Tot morgen!
Graag gedaan!
Goede avond!
Dank u!
Dank u, insgelijks!
Goeiedag!
Ook 's avonds kan men dus "Moien" zeggen.

Affekot

Advokaat het Luxemburgs ligt hier dus dichter bij het Franse "avocat" en het Nederlandse "advokaat" dan bij het Duitse "Anwalt"

d'Bir

peer niet alleen als fruitsoort maar ook als lampsoort.  Dit is een typisch voorbeeld van een woord waar het Luxemburgs zo'n beetje een overgang maakt tussen het Engels (pear) - Nederlands (peer) en het Duitse (Birne).  Zo zijn er tal van woorden.

de Bréifdréier

de postbode, letterlijk "de briefdrager"

Ech sinn de Wim Lahaye

Ik ben WL. In het Luxemburgs gebruikt men het lidwoord "de" voor eigennamen.  Men kan dus aan de eerste minister vragen "Sidd Dir de Jean-Claude Juncker?" Dat is niet oneerbiedig, het lidwoord "de" verbergt gewoon "den Herr".  In het Antwerps klinkt dat natuurlijk totaal anders.

décidéieren -
entscheeden

beslissen heeft dus zowel een Franse (décider) als een Duitse (entscheiden) versie in het Luxemburgs. Het zijn dus synoniemen en zo zijn er nog tal van voorbeelden.  Het voordeel is natuurlijk dat wanneer u een Luxemburgs woord zoekt via de Duitse weg en u kent het Duits equivalent niet, dan kan u het altijd eens via de Franse weg proberen en vice-versa.

meng Fra

mijn vrouw, vergelijk met Duits "meine Frau" maar ook met het Antwerps "meng vraa".  

halen

houden ook in samengestelde werkwoorden zoals ënnerhalen, ofhalen, ophalen resp. onderhouden, afhouden, ophouden

huelen

nemen en dus niet halen: halen wel in sommige samengestelde werkwoorden: ënnerhuelen, iwwerhuelen, mathuelen, ofhuelen, ophuelen is respectievelijk ondernemen, inhalen of overnemen, meenemen, vermageren, inhalen of opnemen.

en humpen
eng flûte

en humpen: een pint van 33cl in een cilindrisch glas
eng flûte: een pint van 25cl in een fluitvormig glas
omwille van een grote armoede op het gebied van biervariëteiten moet men zijn toevlucht zoeken in het differentiëren op basis van soorten bierglazen.  Béier is bier.  De Bier is de beer.

joer

jaar.  Probleem met dergelijke woorden is dat men ook in Brussels en Leuvens dialekt "joer" zegt en dat we daarom in onze opvoeding precies geconditioneerd werden om "joer" te vermijden.  Het gevolg is dat je het moeilijk hebt om dat woord ook in het Luxemburgs te gebruiken; je krijgt namelijk het gevoel dat je een platte taal aan het hanteren bent.

d'Kannerkutsch

de kinderwagen "kinderkoets"

de Kleeschen an den Housecker

Sinterklaas en Zwarte Piet.  Merkwaardig is dat de "housecker" alleen zijn huidskleur met onze Zwarte Piet gemeen heeft.  Voor het overige ziet hij totaal verschillend uit: helemaal geen vrolijke springer in een Spaans kleurrijk kostuum, maar wel een sinistere baardige figuur in een monnikspij, bewapend met een bundel fijne takjes om eventueel stoute kindjes te straffen.

lassloossen

loslaten.  Men zou zich verwachten aan loslassen of zoiets maar dat zou te eenvoudig zijn, de klinkers zijn omgekeerd.

méi kal, méi waarm,
méi héich, méi déif, méi nei, méi al

kouder, warmer, hoger, dieper, nieuwer, ouder,...merkwaardig is dat het Luxemburgs geen comparatief kent zoals het Nederlands en het Duits.  Men zegt gewoon "meer koud, meer warm," enz...

de Prabbeli

de paraplu

de Presslofthummer

de pneumatische hamer "persluchthamer", ik vermeld het gewoon omdat het zo geweldig klinkt in het Luxemburgs, je voelt het als het ware dreunen.

schwätzen

praten, spreken en dus helemaal niet het pejoratieve "zwetsen".

d'Spidol

het ziekenhuis meer verwant met "hôpital" dan met "Krankenhaus"

séier

snel, vlug, rap.  Vergelijk met het Westvlaams waar men soms het woord "zeer" in de betekenis van "snel" gebruikt.  "Ze ridden veel te zere" betekent in de Westhoek "Ze rijden veel te snel".  Zeg dus ook niet "séier grouss" maar wel "ganz grouss" (zeer groot).

d'Suën

geld, letterlijk centen vergelijk met het Frans: "des sous"

ufueren

starten, vertrekken.  In Klein-Brabant gebruikt men soms het woord "aanrijden" in de betekenis van "vertrekken".  U-fueren is ook letterlijk vertaald aan-rijden.

de Velo

uiteraard de fiets: opnieuw is de gelijkenis met nonchalant Vlaams frappant.

Versichskaninchen

een proefkonijn, opnieuw een prachtig woord.

weisen

tonen, wijzen.  In het Duits "zeigen".  Hier staat het Luxemburgs woord dus dichter bij het Nederlands, al klinkt weisen natuurlijk Duits.

d' Wollecken

wolken, wat ook bij ons vaak "wolleken" uitgesproken wordt.  Zo zijn er nog veel woorden: Mëllech (melk), Hëllefen (helpen) enzoverder

ginn
Ech ginn aal
Ech ginn dir e Buch
Ech ginn heem

worden, geven, gaan, een zeer vaak voorkomend werkwoord
Ik word oud
Ik geef je een boek
Ik ga naar huis

Ech hunn 45 Joer
Ech kréien 45 Joer

Ik ben 45 jaar oud - Ich bin 45 Jahre alt - Merk de invloed van het Frans: j'ai 45 ans
Ik word 45 jaar - Ich werde 45 Jahre alt

 

    plane03a.gifVerwantschap

     De verwantschap tussen het Luxemburgs, het Duits en het Nederlands is ongeveer zoals de geografie het aangeeft.  Net zoals Luxemburg tussen Duitsland en de Nederlanden ligt, maar dichter bij Duitsland, zo is ook het Luxemburgs een taal die tussen het Duits en het Nederlands ligt, maar dichter bij het Duits dan bij het Nederlands.

    Tevens gebruikt de Luxemburger veel leenwoorden uit het Frans.  Merkwaardig daarbij is, dat hij dat kan doen zonder enige "gène", naargelang hij er zin in heeft om een woord in zijn Franse of zijn Duitse versie te gebruiken.  In het hierboven gegeven voorbeeld "Decisioun <-> Entscheedung", kan dat ook, want beide zijn correct Luxemburgs.  Soms wordt er wel eens een loopje genomen met de taal, zowel in de ene als in de andere richting.  (Zo las ik eens een commentaar waarbij een politieker op de vingers getikt werd omdat hij "alueden" (einladen) in plaats van het echt Luxemburgse invitéieren gebruikte.  Een andere kreeg ervan langs omdat hij sprak in de stijl van: "Ech kann net supportéieren dat de Franséisch a Lëtzebuergesch mélangéiers!".

    Voor een Duitser en een Luxemburger lijkt het Nederlands dan weer een taal die soms verwantschap met het Engels vertoont.

    Grammaticaal is het Luxemburgs oersimpel: in plaats van de Onvoltooid Verleden Tijd ("imparfait") gebruik je gewoon de Voltooid Tegenwoordige Tijd (passé composé).  Van de werkwoorden moet je op een paar uitzonderingen na ("hunn" (hebben), "sinn" (zijn), etc....) alleen de passé composé leren.  Ook de toekomstige tijd (futur simple) moet je niet leren: je gebruikt gewoon de tegenwoordige tijd en zegt: "Ech maachen dat muer" (Ik doe dat morgen).

    Merkwaardig is dan weer een grammaticaal verband met het Frans:

    Net zoals in het Frans komt de beleefdheidsvorm overeen met de tweede persoon meervoud:
    Wësst Dir, dat ären Zug Verspéidung huet? (Savez-Vous, weet u dat...?)
    Wësst dir, dat ären Zug Verspéidung huet? (Savez-vous, weten jullie dat ...?)
    In het Duits komt de beleefdheidsvorm nochtans overeen met de derde persoon meervoud:
    Wissen Sie daß Ihrer Zug Verspätung hat?

    plane03b.gifVoorbeelden

    Hieronder een tabel die kan helpen een Luxemburgs equivalent te vinden voor een Duits woord.

Duits

Luxemburgs

Nederlands

Opmerking

Er ist
Winter
binnen
verbinden

Hien ass
Wanter
bannen
verbannen

Hij is
winter
binnen
verbinden

Merkwaardig dat het Luxemburgs de 'i' vaak door 'a' vervangt.  Ik interpreteer dit als een soort "distantiërend" effect tegenover de taal van de buurlanden.  Het lijkt wel alsof de Moezelfranken zich met deze 'a' onbewust hebben willen distanti-
eren van hun buurvolkeren.

erwarten
acht
schwarz
schwach
Karte
Bach
Dach

erwaarden
aacht
schwaarz
schwaach
Kaard
Baach
Daach

verwachten
acht
zwart
zwak
kaart
beek
dak

De korte 'a' wordt vaak lange 'aa'.  Merk op dat zeer vaak ook het genus van de woorden behouden blijft (eng Kaard vrouwelijk net zoals die Karte of la carte)

achtzehn
gebracht
gedacht
Schlachthaus 

uechtzéng
gebruecht
geduecht
Schluechthaus 

achttien
gebracht
gedacht
slachthuis

'-acht' wordt vaak '-uecht'.

entscheiden
vermeiden

entscheeden
vermeiden

beslissen
vermijden

De Duitse 'ei' wordt soms 'ee', maar blijft meestal 'ei'.

essen
Messung
Wetter
Meer
Beer

iessen
Miessung
Wieder
Mier
Bier

eten
meting
weer
zee
beer

De Duitse 'e'of 'ee' wordt vaak 'ie'.

Bier
Tier
Stier
Brief

Béier
Déier
Stéier
Bréif

bier
dier
stier
brief

De Duitse 'ie' wordt vaak 'éie'.  Merk ook op dat het Nederlands hier meer gelijkenis met het Duits vertoont wat betreft de klinkers, maar dat er meer gelijkenis is met het Luxemburgs wat betreft de mede- klinkers (eerder de diepe 'd' dan de harde 't')

Steuer
Teuer
beschleunigen

Steier
deier
beschleinigen

stuur (belasting)
duur
versnellen

De Duitse 'eu' wordt vaak 'ei', spreek uit als "Staajer", etc..

laufen
kaufen
lauschteren

lafen
kafen
lauschteren

lopen
kopen
luisteren

'au' in een werkwoord wordt vaak 'a', maar blijft soms ook 'au'

sagen
schlagen
wagen
tragen

soen
schloen
woen
droen

zeggen
slaan
durven
dragen

 

Tier
erwarten
der Vorteil
der Nachteil

Déier
erwaarden
de Firdeel
de Nodeel

dier
verwachten
het voordeel
het nadeel

Zoals gezegd, de Duitse 't' wordt vaak 'd'.
Mer op dat alle woorden op '-deel' onzijdig zijn in het Nederlands, maar mannelijk in Duits én Luxemburgs..

Wunder
verbinden
Jan der Blinde

Wonner
verbannen
Jang de Blannen

wonder
verbinden
Jan de Blinde

Wat in Duits en Nederlands met -nde wordt vaak -nne of -nge in het Luxemburgs.

ein- of in-
an-
ab-
mit
auf-
aus-
über-
nach-
bei-
vor-
hinter-
unter-

an-
un-
of-
mat
op-
aus-
iwwer-
no-
bei-
fir-
hannen-
ënner-

in-
aan-
weg-
mee- of met
op- of open-
uit-
over-
na- of achter-
bij-
voor-
achter-
onder-

Voor ons zeer verwarrend is het verschil tussen an- en un- (in- resp. aan-)
einkaufen = akafen = inkopen
anziehen = unzéien = aantrekken
aufmachen = opmaachen = open maken
Met deze regeltjes kan u al een heel eind op weg in het Luxemburgs vocabularium.

Copyright (c) 2001- Wim Lahaye. All rights reserved.
wim.lahaye@internet.lu